De verkozen parlementsleden krijgen een behoorlijke vergoeding. De niet-herkozen parlementsleden ook blijkbaar. Hoe zit dat?
Hoeveel krijgt een personeelslid dat ontslagen wordt, dus niet herkozen wordt? Dan is de werkgever het loon verschuldigd voor de gehele periode van de opzegtermijn. Met andere woorden: hoe meer jaren dienst u hebt, hoe langer de opzegtermijn en hoe meer geld men krijgt. De werkgever kan u wel verplichten om tijdens de opzegtermijn ook effectief te blijven werken.
Parlementsleden die niet herkozen worden hebben ook recht op een uittredingsvergoeding (stoppremie) en die kan (in functie van de anciënniteit) oplopen tot 255.000 euro per persoon. Voor alle duidelijkheid: het bruto-inkomen van een federale volksvertegenwoordiger bedraagt 11.412 euro per maand en dat van een Vlaamse volksvertegenwoordiger 10.624 euro. Als een Vlaams Parlementslid niet opnieuw verkozen wordt of zelf beslist op te stappen, heeft die recht op een startkapitaal van vijf maanden wedde. Daar komt één maand bovenop per volledig gezeteld jaar na 2014.
De gevolgen van de jongste verkiezingen voor de stadskist zijn groot: niet-herkozen parlementsleden krijgen samen 20 miljoen euro.
Misschien is dit wel een systeem dat aan herziening toe is. Maar zoveel fatsoen is zeldzaam geworden in onze maatschappij. In een vorig leven vroeg ik ooit Steve Stevaert, voorzitter van de toenmalige socialistische partij, waarom politiekers toch altijd een andere manier van belonen moesten hebben. Hij antwoordde mij: ‘Wij maken wetten voor het volk en uitzonderingen voor ons.’
Zou het geen vorm van respect zijn om deze werkwijze te herzien?