Er werd de voorbije jaren een strenger opvolgingsbeleid gevoerd in verband met openstaande rekeningen aan de overheid. En dat was blijkbaar nodig. Het aantal gevallen van ‘derdenbeslag’ is met de helft vermeerderd.
Vorig jaar heeft de overheid meer dan 1,1 miljoen keer beslag gelegd op het loon van personen die hun schulden (aan de overheid) niet kunnen/willen betalen. Het gaat dan op het innen van achterstallige personenbelasting, achterstallige alimentatie, onbetaalde verkeersboetes, onbetaalde boetes opgelegd door de rechtbank, gerechtskosten, onbetaalde btw, onbetaalde administratieve boetes, onbetaalde vennootschapsbelasting en andere niet-fiscale schulden. De overheid noemt dit een ‘derdenbeslag’.
Voor alle duidelijkheid: een derdenbeslag is een beslag dat de overheid kan leggen op je inkomsten. De fiscus kan bijvoorbeeld je werkgever aanschrijven om een deel van je loon rechtstreeks aan de fiscus te betalen. Voor de fiscus overgaat tot een derdenbeslag is de betrokkene al herhaaldelijk aangemaand om zijn schuld te betalen. Pas na een aantal verwittigingen wordt je per aangetekend schrijven aan je verantwoordelijkheid herinnerd. Dus: je riskeert een derdenbeslag als je op geen enkele van deze verwittigingen gereageerd hebt.
Dankzij de vergevorderde digitalisering van de overheid wordt het voor de fiscus makkelijker om wanbetalers op te sporen. Daarom is het aantal gevallen van derdenbeslagen met 57% toegenomen in 2024.
Voor alle duidelijkheid – De overheid kan beslag leggen op een deel van je loon. Het gaat om het deel dat je boven 1.388 euro ontvangt. De fiscus verwittigt de werkgever hiervan via aangetekend schrijven waarop de werkgever binnen de 15 dagen moet reageren.