Tijden veranderen. Eén van de meest ingrijpende veranderingen is ongetwijfeld wel dat we met z’n allen boven onze stand leven. Voor elke buitensporige uitgave hebben we de mogelijkheid om krediet te vragen en te krijgen. En dat heeft soms merkwaardige gevolgen. Het volgende mag als voorbeeld dienen.
Het is september in een dorpje dat er heel verlaten bijligt. Er gebeurt nauwelijks iets. Er valt weinig beweging te bespeuren. De inwoners hebben haast allemaal schulden en leven meestal ‘op de poef’, op krediet. De lokale autoverdeler is zopas gesloten en de werknemers zagen het wel aankomen maar waren vergeten ander werk te zoeken.
Wanneer een rijke toerist ter plaatse komt is hij verbaasd door de rust die het dorp uitstraalt. Hij stapt meteen naar het enige hotel van het dorpje. Hij legt een bankbiljet van 100 euro op de balie en vraagt aan de hotelier of hij voor die prijs een kamer met ontbijt kan hebben voor één nacht.
‘Natuurlijk,’ antwoordt de hotelier, ‘ga rustig naar boven, neem je tijd en kies op de eerste verdieping maar een kamer uit. Elke kamer is beschikbaar.’
Het is lang geleden dat de hoteleigenaar nog zo’n groen briefje van 100 euro gezien heeft. Hij neemt de 100 euro en gaat er onmiddellijk mee naar de lokale slager om zijn schuld te betalen.
De slager pakt het briefje van 100 euro aan en gaat meteen naar de varkensboer om op zijn beurt zijn schuld te betalen. De varkensboer rent dan weer naar de verpachter en betaalt met een hele opluchting zijn schuld af.
De verpachter doet meteen andere kleren aan en haast zich naar de enige prostituee van het dorp, die vanwege de crisis haar diensten op krediet aanbiedt. De verpachter betaalt haar zijn schuld met het briefje van 100 euro.
De prostituee haast zich naar het hotel en betaalt aan de hotelier de kamerhuur voor de twee nachten die zij er met klanten heeft doorgebracht.
De hotelier is in zijn nopjes, want hij heeft zijn 100 euro terug.
Op dat moment komt de welvarende toerist naar beneden, neemt de 100 euro die de prostituee bij de hoteleigenaar op de balie had neergelegd en zegt tegen de hoteleigenaar: ‘Ik heb geen enkele kamer gevonden die mij aanstaat. Het is nergens proper. Ik ga nog liever naar het volgende dorp in de hoop daar een meer geschikte kamer te vinden .’ Hij steekt het briefje van 100 euro op zak en verdwijnt.
Moraal van dit verhaal?
Niemand heeft iets verdiend, er is niets veranderd maar het hele dorp is wel schuldenvrij.